Berlijn is in veel opzichten een stad van beroemdheden. Niet alleen treden er regelmatig wereldberoemde persoonlijkheden op tijdens concerten in de hoofdstad, sommigen van hen wonen hier ook. Popicoon David Bowie was een van hen. Hij zocht van 1976 tot 1978 zijn toevlucht in het voormalige West-Berlijn. Vandaag de dag is zijn oude flat een plek vol moderne muziekgeschiedenis.
De charme ligt in het contrast

Of je David Bowie nu kent of niet, één ding is algemeen bekend: De muziekster stond niet bepaald bekend om zijn gereserveerde levensstijl. In 1976 vluchtte Bowie van Los Angeles, dat werd gekenmerkt door overmatig drugsgebruik, naar West-Berlijn. Hij zocht bewust de anonimiteit en stilte van de verdeelde stad op om zijn verslaving te overwinnen en zichzelf opnieuw uit te vinden. Berlijn werd een “bevrijdende plek” voor hem, waar hij “zijn demonen kon uitbannen”.
Hij koos voor Schöneberg, of om precies te zijn Hauptstraße 155 , van buiten een typisch Berlijns stucwerkgebouw zonder enige glamour. Helemaal niet geschikt voor Bowie’s high-profile levensstijl, maar des te meer geschikt als schuilplaats en om te herstellen van zijn drugsverslaving.
David Bowie woonde in een zevenkamerflat op de eerste verdieping van 155 Hauptstrasse, die hij korte tijd deelde met zijn vriend Iggy Pop , leadzanger van de Stooges. Hij verhuisde ook naar Berlijn om af te kicken. Volgens een anekdote gooide Bowie Iggy Pop echter al snel uit de flat omdat deze herhaaldelijk in Bowie’s koelkast had gesnoept. Iggy Pop verhuisde toen naar een kleinere flat in het achterste gebouw van hetzelfde complex.
De Berlijnse trilogie: muziekgeschiedenis in Berlijn

De jaren in Schöneberg zijn onlosmakelijk verbonden met Bowie’s muzikale doorbraak als experimenteel artiest. Tijdens zijn verblijf in Berlijn ontstonden de drie baanbrekende albums Low, “Heroes” en Lodger, die de muziekgeschiedenis zijn ingegaan als de “Berlijnse trilogie”.
En deze nummers bevatten ook specifieke verwijzingen naar Bowie’s tijd in Berlijn. Het titelnummer van het album “Heroes” werd een hymne voor de verdeelde stad en het verlangen naar vrijheid. De tekst gaat over twee geliefden die elkaar kussen bij de Berlijnse Muur terwijl grenswachten op hen schieten.
Pelgrimsoord van vandaag: Hauptstraße 155
Vandaag de dag is het huis aan de Hauptstraße 155 in Schöneberg een bedevaartsoord voor fans. Vooral op de sterfdag van David Bowie, 10 januari, verzamelen veel mensen zich daar en leggen bloemen, kaarsen en foto’s voor de ingang van het huis.
Slechts een paar meter verderop ligt het café dat nu bekend staat als “Neues Ufer” (voorheen Anderes Ufer), dat in de jaren 1970 een van de eerste queer cafés van Berlijn was en de favoriete plek van Bowie. De legendarische club Dschungel in de buurt was ook een ontmoetingsplaats voor Bowie en Iggy Pop. Tegenwoordig maakt het deel uit van het Ellington Hotel.
Een Berlijnse gedenkplaat op de muur van het gebouw herinnert aan David Bowie’s tijd hier, met de beroemde regel uit “Heroes”: “We kunnen helden zijn, maar voor één dag. Hoe onopvallend het er aan de buitenkant ook uitziet, aan de binnenkant werd niets minder dan muziekgeschiedenis geschreven.