
Tussen het puin na de val van de Berlijnse Muur in 1989 stuitte Dimitri Hegemann in 1991 op een verlaten plek in Berlin-Mitte aan de Leipziger Straße: de voormalige gewelven van het Wertheim warenhuis. Ooit een van de grootste en elegantste warenhuizen van Europa, was na de oorlog alleen de kelder nog over. Waar vroeger geld en juwelen lagen opgeslagen, was nu een labyrint van dikke stalen deuren, roestige muren en donkere gangen. Hegemann zag het potentieel van deze ongewone plek en opende er in maart 1991 samen met vrienden de Tresor Club.
De architectuur was allesbehalve gewoon: zelfs de ingang leidde door een onopvallende deur naar een voormalige schuilkelder. Daarachter bevonden zich ruwe betonnen muren, getraliede deuren, de geur van metaal en flikkerende stroboscooplichten. En de muziek? Passend bij de industriële flair: harde, hypnotiserende technobeats uit Detroit en Berlijn. De Tresor werd al snel de wieg van de Berlijnse techno – een plek waar Oost en West samenkwamen en artiesten en nachtbrakers van over de hele wereld een compleet nieuwe scene vormden.

Wat de Tresor zo speciaal maakte was de sfeer van ruïne, rebellie en vrijheid – het perfecte podium voor een cultuur die grenzen wilde verleggen. Veel van degenen die later technogeschiedenis schreven, speelden hier – waaronder Jeff Mills, Juan Atkins, Sven Väth, Ellen Allien en vele anderen. De Tresor werd al snel een symbool van het nieuwe Berlijn. In 2005 moest de club op zijn oorspronkelijke locatie sluiten omdat het terrein werd gebruikt voor bouwprojecten. Maar de Tresor kon niet zomaar worden weggevaagd: in 2007 werd de club nieuw leven ingeblazen in de Köpenicker Straße in Kreuzberg, net als Berghain in een voormalige thermische centrale. De geest van die tijd – industrieel, donker en mysterieus – leeft daar tot op de dag van vandaag voort, alleen op een andere locatie.