De Berlijnse clubcultuur – een fenomeen op zich. Het is al lang bekend, niet alleen in Duitsland, maar wereldwijd. Muziek heeft de cultuur van de stad internationaal gevormd en de hoofdstad is de onbetwiste nummer één in met name het techno-genre. Van de ongewone outfits die bijna deel uitmaken van het inkomritueel in de KitKat club, bijvoorbeeld, tot de gerenommeerde dj’s die hier regelmatig draaien en het legendarisch strenge deurbeleid. Architectonisch zijn deze stedelijke, ondergrondse locaties allesbehalve gewoon. Van buiten ziet Wilde Renate eruit als een normaal flatgebouw, maar binnenin bevindt zich een bizar ingewikkeld labyrint. En Berghain – de onbetwiste leider onder de technoclubs – waaraan de beroemde Spaanse zangeres Rosalía twee dagen geleden een hymne met de titel “Berghain” heeft gewijd, maakt niet alleen indruk met zijn muziek, maar ook met zijn imposante architectuur en geschiedenis, die samen de unieke charme vormen.

Van thermische centrale tot technokathedraal
Met zijn industriële uiterlijk verraadt de gevel van Berghain nauwelijks dat daarachter een van de beroemdste clubs ter wereld schuilgaat. En daar is een reden voor: toen de club werd gebouwd, was er nog helemaal geen sprake van. Het gebouw huisvestte oorspronkelijk de warmtekrachtcentrale van Friedrichshain, die in 1950 in Oost-Berlijn werd gebouwd als onderdeel van de energie-infrastructuur van de DDR. Architectonisch wordt het beschouwd als een monument van socialistisch classicisme en tegelijkertijd als een schoolvoorbeeld van brutalistische, industriële architectuur. Beton, staal, hoge hallen – monumentaal en rauw – kenmerken het beeld tot op de dag van vandaag. Na de ontmanteling bleef het gebouw aanvankelijk een relikwie van de industriële geschiedenis totdat het in 2004 een geheel nieuwe bestemming kreeg: Het werd omgebouwd tot clublokaal. Berghain symboliseert zo een indrukwekkende verbinding tussen verleden en heden – tussen industrie en cultuur, DDR-geschiedenis en een wereldwijd gevierde muziekscene.

De club opende in de oude energiecentrale onder de naam Berghain. De oprichters van de vorige club Ostgut (1998-2003), die voorheen in een pakhuis opereerde, behoorden tot de uitbaters. De ontwerpstudio Studio Karhard was verantwoordelijk voor de verbouwing van het industriële gebouw tot club. De bestaande sfeer van de verwarmingsinstallatie werd niet verborgen, maar gebruikt als onderdeel van de esthetiek – de rauwe sfeer die Berghain tot op de dag van vandaag zo bijzonder maakt. Gigantische zalen, beton, staal, geen franje: esthetisch gezien staat Berghain voor precies dat – rauw en echt. Het heeft geen overbodige accessoires nodig om wereldwijd te schitteren. De overgang van een energiecentrale naar een club heeft een ware kathedraal van de technocultuur gecreëerd.